oproep - zelfstandig naamwoord
uitspraak: op-roep
1. bevel of verzoek om ergens naar toe te komen
♢ hij kreeg een oproep voor militaire dienst
Zelfstandig naamwoord: op-roep
de oproep
de oproepen
het oproepje
Gepubliceerd op 14-11-2017
oproep
betekenis & definitie