oplezen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: op-le-zen
1. met duidelijke stem voorlezen
♢ wil jij dit gedicht oplezen?
Onregelmatig werkwoord: op-le-zen
ik lees op (... ik oplees)
jij/u leest op (... jij opleest)
hij/zij leest op (... hij opleest)
wij/zij/jullie lezen op (... wij oplezen)
ik/jij/u/hij/zij las op (... ik oplas)
wij/zij/jullie lazen op (... wij oplazen)
hij heeft opgelezen
de/het/een opgelezen ....
oplezend, oplezende
Gepubliceerd op 14-11-2017
oplezen
betekenis & definitie