oordelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: oor-de-len
1. een mening over iets of iemand hebben
♢ de rechter oordeelde buitengewoon mild
1. een oordeel vellen
[uitspreken]
Regelmatig werkwoord: oor-de-len
ik oordeel
jij/u oordeelt
hij/zij oordeelt
wij/zij/jullie oordelen
ik/jij/u/hij/zij oordeelde
wij/zij/jullie oordeelden
hij heeft geoordeeld
oordelend, oordelende
Gepubliceerd op 14-11-2017
oordelen
betekenis & definitie