ontspringen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ont-sprin-gen
1. er niet door getroffen worden, niet gepakt worden
♢ ze konden het gevaar nog nét ontspringen
2. ontstaan (van rivieren)
♢ de Elbe ontspringt ergens in Polen
Onregelmatig werkwoord: ont-sprin-gen
het ontspringt
zij ontspringen
het ontsprong
zij ontsprongen
het is ontsprongen
de/het/een ontsprongen ....
ontspringend, ontspringende
Synoniemen
ontkomen, ontsnappen, ontvluchten, uitbreken, wegkomen
Tegenstellingen
detineren, gevangennemen, opsluiten, vastzetten
Gepubliceerd op 14-11-2017
ontspringen
betekenis & definitie