ontsluiten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ont'slui-ten
1. zorgen dat je erin of erbij kunt
♢ wilt u de poort even ontsluiten
1. je hart voor iemand ontsluiten
[blootleggen]
Onregelmatig werkwoord: ont'slui-ten
ik ontsluit
jij/u ontsluit
hij/zij ontsluit
wij/zij/jullie ontsluiten
ik/jij/u/hij/zij ontsloot
wij/zij/jullie ontsloten
hij heeft ontsloten
de/het/een ontsloten ....
Synoniemen
aanboren, opendoen, openen, openmaken, openstellen
Tegenstellingen
dichtdoen, sluiten, toedoen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk