ontroeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ont-roe-ren
1. hem in zijn gevoel treffen met iets fijns of verdrietigs
♢ die film ontroerde mij erg
Regelmatig werkwoord: ont-roe-ren
ik ontroer
jij/u ontroert
hij/zij ontroert
wij/zij/jullie ontroeren
ik/jij/u/hij/zij ontroerde
wij/zij/jullie ontroerden
hij heeft ontroerd
de/het/een ontroerde ....
ontroerend, ontroerende
Synoniemen
roeren
Gepubliceerd op 14-11-2017
ontroeren
betekenis & definitie