Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

treffen

betekenis & definitie

treffen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: tref-fen

1. hem een klap, schot of stoot toebrengen
♢ de soldaat werd door een kogel getroffen
1. dat treft!
[dat komt goed uit]
2. het gedicht trof mij
[het ontroerde mij]
2. bij elkaar komen en elkaar zien
♢ jammer dat ik je niet op dat feest getroffen heb

Algemene uitdrukkingen:
1. we moeten een regeling treffen
[iets regelen]
2. we hebben het goed met hem getroffen
[we boffen met hem]
Onregelmatig werkwoord: tref-fen
ik tref
jij/u treft
hij/zij treft
wij/zij/jullie treffen
ik/jij/u/hij/zij trof
wij/zij/jullie troffen
hij heeft getroffen
de/het/een getroffen ....
treffend, treffende

Synoniemen
ontmoeten, raken, samenkomen, tegenkomen

Tegenstellingen
missen, ontlopen