onthullen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ont-hul-len
1. het doek eraf trekken
♢ het standbeeld werd door de burgemeester onthuld
2. bekend maken
♢ gisteren heeft hij zijn geheim onthuld
Regelmatig werkwoord: ont-hul-len
ik onthul
jij/u onthult
hij/zij onthult
wij/zij/jullie onthullen
ik/jij/u/hij/zij onthulde
wij/zij/jullie onthulden
hij heeft onthuld
de/het/een onthulde ....
onthullend, onthullende
Tegenstellingen
afdekken, bedekken, maskeren, overdekken, verbergen, verdoezelen, verhullen, verschuilen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk