gisteren - bijwoord
uitspraak: gis-te-ren
1. de dag vóór vandaag
♢ ze zijn niet vandaag vertrokken, maar gisteren al
1. ik ben niet van gisteren
[ik ben niet dom]
Bijwoord: gis-te-ren
Tegenstellingen
morgen
Gepubliceerd op 14-11-2017
gisteren
betekenis & definitie