Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

omspringen

betekenis & definitie

omspringen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: om-sprin-gen

1. springend ergens langs of omheen gaan
♢ het paard kwam plotseling de hoek omspringen
2. iemand of iets hanteren
♢ ik vind dat hij vreemd met zijn geld omspringt
3. laten omslaan door ertegenaan te springen
♢ de kat heeft de kan met melk omgesprongen

Onregelmatig werkwoord: om-sprin-gen
ik spring om (... ik omspring)
jij/u springt om (... jij omspringt)
hij/zij springt om (... hij omspringt)
wij/zij/jullie springen om (... wij omspringen)
ik/jij/u/hij/zij sprong om (... ik omsprong)
wij/zij/jullie sprongen om (... wij omsprongen)
hij heeft omgesprongen
de/het/een omgesprongen ....

Synoniemen
omgaan

< >