naald

betekenis & definitie

naald - zelfstandig naamwoord

1. smalle harde draad om mee te breien
♢ met welke naalden moet je deze trui breien?
2. dun staafje met scherpe punt en gat, waar draad doorheen moet
♢ met een naald naaide ik de knoop vast
1. heet van de naald
[direct nadat het bekend geworden is]
2. zoeken naar een naald in een hooiberg
[naar iets wat eigenlijk onvindbaar is]
3. door het oog van de naald kruipen
[ergens ternauwernood aan ontkomen]
3. wijzer op een instrument
♢ de naald van het kompas wijst naar het noorden

Zelfstandig naamwoord: naald
de naald
de naalden
het naaldje

Synoniemen
pen