naakt - bijvoeglijk naamwoord
1. zonder kleren aan
♢ zij kwam naakt uit de badkamer
1. de naakte waarheid
[niet mooier gemaakt]
Bijvoeglijk naamwoord: naakt
... is naakter dan ...
het naaktst
de/het naakte ...
iets naakts
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk