morsen - regelmatig werkwoord
uitspraak: mor-sen
1. door onhandigheid druppels of kruimels laten vallen
♢zit je weer te morsen op mijn tafelkleed?
Regelmatig werkwoord: mor-sen
ik mors
jij/u morst
hij/zij morst
wij/zij/jullie morsen
ik/jij/u/hij/zij morste
wij/zij/jullie morsten
hij heeft gemorst
de/het/een gemorste ....
morsend, morsende
Synoniemen
knoeien, kliederen
Gepubliceerd op 31-10-2017
morsen
betekenis & definitie