mikken - regelmatig werkwoord
uitspraak: mik-ken
1. met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt
♢Egbert mikte zijn schooltas in een hoek
2. het naar een bepaalde kant sturen
♢hij mikte met de bal op de stapel blikjes
1. ergens op mikken
[proberen het te krijgen]
Regelmatig werkwoord: mik-ken
ik mik
jij/u mikt
hij/zij mikt
wij/zij/jullie mikken
ik/jij/u/hij/zij mikte
wij/zij/jullie mikten
hij heeft gemikt
de/het/een gemikte ....
mikkend, mikkende
Synoniemen
gooien, werpen, flikkeren, smijten, kieperen, richten
Gepubliceerd op 31-10-2017
mikken
betekenis & definitie