masturberen - regelmatig werkwoord
uitspraak: mas-tur-be-ren
1. jezelf seksueel bevredigen
♢de jongen was in zijn kamer aan het masturberen
Regelmatig werkwoord: mas-tur-be-ren
ik masturbeer
jij/u masturbeert
hij/zij masturbeert
wij/zij/jullie masturberen
ik/jij/u/hij/zij masturbeerde
wij/zij/jullie masturbeerden
hij heeft gemasturbeerd
masturberend, masturberende
Gepubliceerd op 31-10-2017
masturberen
betekenis & definitie