luchtje - zelfstandig naamwoord
uitspraak: lucht-je
1. wat je ruikt
♢ Angela had een lekker luchtje opgedaan
2. zachte beweging in de lucht
♢ we voelden een aangenaam luchtje op de veranda
1. een luchtje scheppen
[buiten een kleine wandeling maken]
2. er zit een luchtje aan
[het is bedorven]
3. er zit een luchtje aan (figuurlijk)
[het is verdacht]
Zelfstandig naamwoord: lucht-je
het luchtje
de luchtjes
Synoniemen
geur, lucht, reuk
Gepubliceerd op 14-11-2017
luchtje
betekenis & definitie