Wat is de betekenis van Luchtje?

(1913) (euf.) parfum, eau de toilette. • Toko De Leeuw, Passar Baroe, had de vriendelijkheid ons een geschenk te vereeren waar „een luchtje aan was. Wy ontvingen nl. twee flesschen odeur, merk Rosa Centifolia, welk parfum een heerlijken geur verspreidt. (Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 11/07/1913) • Wat vind je...

luchtje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lucht

luchtje - zelfstandig naamwoord uitspraak: lucht-je 1. wat je ruikt ♢ Angela had een lekker luchtje opgedaan 2. zachte beweging in de lucht ♢ we voelden een aangenaam luchtje op de veranda...

s.n,; een — scheppen, yn it waer sjen, sjen hwer’t de fûgels fleane.

...

o. (-s), 1. koeltje, zachte beweging in de lucht, windje : geen luchtje was te voelen ; 2. om een luchtje gaan, een luchtje scheppen, een kleine wandeling doen ; — (fig., vero.) om een luchtje gaan of raken, sterven ; 3. uitspansel, hemel: het lucht je is zo blauw; het luchtje doet raar, het ziet er uit naar slecht weer; 4. geur, inz. onaan...

zie lucht (1,9) (voorbeelden).

o. (-s) vklw. van → lucht,

Luchtje o. (-s), koeltje, koelte, zachte beweging in de lucht, aangenaam windje: geen luchtje bewoog zich; — om een luchtje gaan, een luchtje scheppen, eene kleine wandeling doen; — (fig.) om een luchtje gaan of raken, sterven; — onaangename reuk, stank; er is een luchtje aan, het riekt bedorven, (fig.) het is verdacht, er valt...