living - zelfstandig naamwoord
uitspraak: liv-ving
1. kamer die door het hele gezin het meest gebruikt wordt
♢ in de living staat een grote bank
Zelfstandig naamwoord: liv-ving
de living
de livings
Synoniemen
huiskamer, woonkamer, zitkamer
Gepubliceerd op 14-11-2017
living
betekenis & definitie