living
(zelfstandig naamwoord) [alg.] woonkamer, woonvertrek, huiskamer - Omdat we een kleine keuken hebben, eten we altijd in de huiskamer.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] woonkamer, woonvertrek, huiskamer - Omdat we een kleine keuken hebben, eten we altijd in de huiskamer.
Wiktionary (2019)
living - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een kamer ingericht om in te wonen ♢ De living was op het noorden gelegen. Woordherkomst pseudo-Engels Synoniemen [1] huiskamer, leefkamer, woonkamer, woonvertrek
Muiswerk Educatief (2017)
living - zelfstandig naamwoord uitspraak: liv-ving 1. kamer die door het hele gezin het meest gebruikt wordt ♢ in de living staat een grote bank Zelfstandig naamwoord: liv-ving de living de livings...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
woonkamer, zitkamer We staan in de living van een doorsnee huis langs een doorsnee Vlaamse steenweg. De slimste mens staat op, de hond ligt in zijn mand, op tafel staan drie Leffes. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 3
Walter De Clerck (1981)
Woonkamer, huiskamer. Het liefst van al bleven wij samen bij de open haard van de kleine living, die wij naast onze slaapkamer mede hadden gehuurd, TEIRLINCK 1952, 1, 228. Weet je dat een living van vier bij vijf helemaal geen living meer is, maar een hok? GHYSEN 1962, 21. Zij kan de stapels schotels lang niet meer tellen die zij in al die tijd a...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. levend; be living, (nog) leven, in leven zijn; within living memory, bij mensen heugenis; living space. 1. woonruimte; 2. levensruimte; living wage, een menswaardig bestaan verzekerend loon; II. leven, levensonderhoud, bestaan, kost (winning); predikantsplaats; for a (his) living, voor de kost, om den brode; make a (his) living, zijn brood verdi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: