lantaarnpaal - zelfstandig naamwoord
uitspraak: lan-taarn-paal
1. paal met een lamp erop, meestal buiten
♢ er staat in onze straat om de tien meter een lantaarnpaal
1. hij loopt zo recht alsof hij een lantaarnpaal heeft ingeslikt
[kaarsrecht]
Zelfstandig naamwoord: lan-taarn-paal
de lantaarnpaal
de lantaarnpalen
het lantaarnpaaltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
lantaarnpaal
betekenis & definitie