krokus - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kro-kus
1. knolgewas met witte, paarse of gele bloemen
♢ het wordt weer voorjaar: de krokussen komen al boven de grond
Zelfstandig naamwoord: kro-kus
de krokus
de krokussen
het krokusje
Gepubliceerd op 14-11-2017
krokus
betekenis & definitie