kraamvrouw - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kraam-vrouw
1. vrouw die net een kindje heeft gekregen
♢ de kraamvrouw kreeg hulp van de thuiszorg
Zelfstandig naamwoord: kraam-vrouw
de kraamvrouw
de kraamvrouwen
het kraamvrouwtje
Gepubliceerd op 14-11-2017
kraamvrouw
betekenis & definitie