klimmen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: klim-men
1. op handen en voeten naar beneden of naar boven gaan
♢ de aap klom in de boom
1. met het klimmen der jaren
[als je ouder wordt]
Onregelmatig werkwoord: klim-men
ik klim
jij/u klimt
hij/zij klimt
wij/zij/jullie klimmen
ik/jij/u/hij/zij klom
wij/zij/jullie klommen
hij is geklommen
klimmend, klimmende
Synoniemen
klauteren
Gepubliceerd op 14-11-2017
klimmen
betekenis & definitie