klaarspelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: klaar-spe-len
1. voor elkaar krijgen
♢ hoe heb je dát klaargespeeld?
Regelmatig werkwoord: klaar-spe-len
ik speel klaar (... ik klaarspeel)
jij/u speelt klaar (... jij klaarspeelt)
hij/zij speelt klaar (... hij klaarspeelt)
wij/zij/jullie spelen klaar (... wij klaarspelen)
ik/jij/u/hij/zij speelde klaar (... ik klaarspeelde)
wij/zij/jullie speelden klaar (... wij klaarspeelden)
hij heeft klaargespeeld
Synoniemen
fiksen, lappen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk