kiespijn - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kies-pijn
1. pijn in een of meer tanden of kiezen
♢ als je kiespijn hebt, moet je naar de tandarts
1. iemand kunnen missen als kiespijn
[helemaal niet willen dat hij erbij is]
2. lachen als een boer die kiespijn heeft
[ongemakkelijk, zuur lachen]
Zelfstandig naamwoord: kies-pijn
de kiespijn
het kiespijntje
Gepubliceerd op 14-11-2017
kiespijn
betekenis & definitie