Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

kans

betekenis & definitie

kans - zelfstandig naamwoord

1. iets dat mogelijk of waarschijnlijk is
ik krijg geen kans om vooraan te lopen
1. hem een kans geven
[hem de mogelijkheid geven]
2. grijp je kans!
[maak van de mogelijkheid gebruik!]
3. de kansen keren
[de omstandigheden veranderen zodat iemand ánders in het voordeel is]
4. hij zag zijn kans schoon
[hij benutte een gunstige gelegenheid]
5. kansarm
[met weinig mogelijkheden om iets te bereiken in het leven]
6. hij zag kans om ....
[hij kreeg het voor elkaar]
7. dikke kans dat....
[het is heel waarschijnlijk]
8. de kans is verkeken
[ongebruikt voorbij gegaan]
2. het proberen van iets terwijl je weet dat het misschien mislukt
♢ waag eens een kans! koop een lot!

Zelfstandig naamwoord: kans
de kans
de kansen
het kansje

Synoniemen
gok