kandidaat - zelfstandig naamwoord
uitspraak: kan-di-daat
1. wie zich heeft opgegeven om ergens aan mee te doen
♢ wil de eerste kandidaat naar voren komen?
2. wie een bepaalde baan of prijs wil hebben
♢ er zijn voor deze baan wel 100 kandidaten
1. zich kandidaat stellen
[officieel meedelen dat je ergens voor in aanmerking wil komen]
Zelfstandig naamwoord: kan-di-daat
de kandidaat
de kandidaten
het kandidaatje
Gepubliceerd op 14-11-2017
kandidaat
betekenis & definitie