kalm - bijvoeglijk naamwoord
1. in rust en evenwicht
♢ met moeite bleef hij kalm
1. een kalme zee
[zonder hoge golven]
2. doe je een beetje kalm aan?
[maak je je niet te druk?]
2. zonder zich af te laten leiden, niet gauw van streek
♢ hij kan heel cool optreden als het spannend wordt
Bijvoeglijk naamwoord: kalm
... is kalmer dan ...
het kalmst
de/het kalme ...
iets kalms
Synoniemen
bedaard, cool, flegmatiek, gedeisd, onverstoorbaar, rustig
Tegenstellingen
onstuimig, prikkelbaar, rumoerig
Gepubliceerd op 14-11-2017
kalm
betekenis & definitie