Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

inzetten

betekenis & definitie

inzetten - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-zet-ten

1. het gaan doen
♢ de doelman zette het Wilhelmus in
2. er je best voor doen
zij zetten zich in voor goede doelen
3. het ergens in vastzetten, plaatsen
♢ Regeling heeft een ruit ingezet
4. in het spel brengen
♢ iedereen zetten 10 euro in bij het pokeren
5. in actie laten komen
♢ die soldaten werden ingezet bij de rellen

Regelmatig werkwoord: in-zet-ten
ik zet in (... ik inzet)
jij/u zet in (... jij inzet)
hij/zij zet in (... hij inzet)
wij/zij/jullie zetten in (... wij inzetten)
ik/jij/u/hij/zij zette in (... ik inzette)
wij/zij/jullie zetten in (... wij inzetten)
hij heeft ingezet
de/het/een ingezette ....
inzettend, inzettende

Synoniemen
beginnen, inspannen, openen, opstarten, starten

Tegenstellingen
afnokken, eindigen, ophouden, staken, stoppen, uitscheiden