inwilligen - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-wil-li-gen
1. doen of geven wat gevraagd wordt
♢ ons verzoek om een verkeerslicht is ingewilligd
Regelmatig werkwoord: in-wil-li-gen
ik willig in (... ik inwillig)
jij/u willigt in (... jij inwilligt)
hij/zij willigt in (... hij inwilligt)
wij/zij/jullie willigen in (... wij inwilligen)
ik/jij/u/hij/zij willigde in (... ik inwilligde)
wij/zij/jullie willigden in (... wij inwilligden)
hij heeft ingewilligd
de/het/een ingewilligde ....
Synoniemen
honoreren
Gepubliceerd op 14-11-2017
inwilligen
betekenis & definitie