instuderen

betekenis & definitie

instuderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-stu-de-ren

1. het steeds beter leren, door veel oefenen
♢ we hebben met de juf een lied ingestudeerd

Regelmatig werkwoord: in-stu-de-ren
ik studeer in (... ik instudeer)
jij/u studeert in (... jij instudeert)
hij/zij studeert in (... hij instudeert)
wij/zij/jullie studeren in (... wij instuderen)
ik/jij/u/hij/zij studeerde in (... ik instudeerde)
wij/zij/jullie studeerden in (... wij instudeerden)
hij heeft ingestudeerd
de/het/een ingestudeerde ....