instaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: in-staan
1. ervoor zorgen dat het zeker is
♢ ik kan er niet voor instaan dat de bank er op tijd is
1. ik sta ervoor in
[ik zorg ervoor]
2. ik sta niet voor de gevolgen in
[reken er maar op dat het slecht af kan lopen]
3. dan sta ik niet voor mezelf in
[dan kon ik wel eens erg driftig worden]
Onregelmatig werkwoord: in-staan
ik sta in (... ik insta)
jij/u staat in (... jij instaat)
hij/zij staat in (... hij instaat)
wij/zij/jullie staan in (... wij instaan)
ik/jij/u/hij/zij stond in (... ik instond)
wij/zij/jullie stonden in (... wij instonden)
hij heeft ingestaan
Synoniemen
garanderen, verzekeren, waarborgen
Gepubliceerd op 14-11-2017
instaan
betekenis & definitie