inspuiten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: in-spui-ten
1. met een holle naald in het lichaam spuiten
♢ dit medicijn moet worden ingespoten
Onregelmatig werkwoord: in-spui-ten
ik spuit in (... ik inspuit)
jij/u spuit in (... jij inspuit)
hij/zij spuit in (... hij inspuit)
wij/zij/jullie spuiten in (... wij inspuiten)
ik/jij/u/hij/zij spoot in (... ik inspoot)
wij/zij/jullie spoten in (... wij inspoten)
hij heeft ingespoten
de/het/een ingespoten ....
Synoniemen
injecteren
Gepubliceerd op 14-11-2017
inspuiten
betekenis & definitie