inroepen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: in-roe-pen
1. er een beroep op doen
♢ je moet de hulp van een loodgieter inroepen
Onregelmatig werkwoord: in-roe-pen
ik roep in (... ik inroep)
jij/u roept in (... jij inroept)
hij/zij roept in (... hij inroept)
wij/zij/jullie roepen in (... wij inroepen)
ik/jij/u/hij/zij riep in (... ik inriep)
wij/zij/jullie riepen in (... wij inriepen)
hij heeft ingeroepen
de/het/een ingeroepen ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
inroepen
betekenis & definitie