inroosteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-roos-te-ren
1. op het rooster plaatsen
♢ deze vrijwilliger is ingeroosterd op de woensdag
Regelmatig werkwoord: in-roos-te-ren
ik rooster in (... ik inrooster)
jij/u roostert in (... jij inroostert)
hij/zij roostert in (... hij inroostert)
wij/zij/jullie roosteren in (... wij inroosteren)
ik/jij/u/hij/zij roosterde in (... ik inroosterde)
wij/zij/jullie roosterden in (... wij inroosterden)
hij heeft ingeroosterd
de/het/een ingeroosterde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
inroosteren
betekenis & definitie