Wat is de betekenis van Inroepen?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

inroepen

inroepen - onregelmatig werkwoord uitspraak: in-roe-pen 1. er een beroep op doen ♢ je moet de hulp van een loodgieter inroepen Onregelmatig werkwoord: in-roe-pen ik roep in (... ik inroep) ...

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

inroepen

naar voren brengen, gebruiken ‘Voor mij is de grondwet geen vodje papier. Ik wil niet hebben dat morgen avonturiers van links of rechts het beeld van Tindemans zouden inroepen om avonturen goed te praten in dit land.' (De Standaard) In het Frans: 'invoquer'. Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 V...

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

inroepen

(riep in, ingeroepen) zich beroepen op, ter verdediging aanvoeren: verzachtende omstandigheden/een argument inroepen Tegelijk kan u op uw beurt de exceptio non adimpleti contractus inroepen: zolang hij uw facturen niet betaalt, voert u niets meer uit. - Bizz, 25-10-2002. Voldoet de overeenkomst niet aan de wet-Breyne, dan kan u als bouwheer...

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

inroepen

(Argumenten, verontschuldigingen e.d.) aanvoeren; zich beroepen op (een voorbeeld, een wet, een beginsel e.d.); (bezwaren) opperen. Inz. in ambt. t. als gall., naar fr. invoquer. De argumenten die door de tegenstanders worden ingeroepen om het voorstel te bestrijden houden geen steek; - de samensteller van het woordenboek kan wel een veronts...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inroepen

(riep in, heeft ingeroepen), 1. bij zich in huis, naar binnen roepen: ik zal hem inroepen, als hij voorbijkomt; 2. iemands hulp inroepen, zich tot hem wenden om hulp; — iem.’s toegevendheid inroepen, daarop een beroep doen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

inroepen

riep in, h. ingeroepen (1 tot zich roepen; binnen in huis roepen; 2 verzoeken, vragen): 1. ik zal mijn vriend inroepen; 2. iems. hulp inroepen; een recht inroepen (tegen).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inroepen

('in) (riep in, heeft ingeroepen) 1. naar binnen roepen : roep hem even in. 2. vragen : iemands hulp -.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inroepen

(riep in, heeft ingeroepen), 1. bij zich in huis, naar binnen roepen: ik zal hem —, als hij voorbijkomt; 2. iemands hulp -, zich tot hem wenden om hulp; 3. een beroep doen op; iemands invloed —; (gew.) een voorbeeld, een getuigenis —, zich beroepen op.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)