inpikken - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-pik-ken
1. stiekem nemen wat niet van jou is
♢ hij heeft mijn computer ingepikt
2. na een gevecht in bezit nemen
♢ uiteindelijk heeft hij dat land ingepikt
Algemene uitdrukkingen:
1. dat heeft hij handig ingepikt
[gedaan]
Regelmatig werkwoord: in-pik-ken
ik pik in (... ik inpik)
jij/u pikt in (... jij inpikt)
hij/zij pikt in (... hij inpikt)
wij/zij/jullie pikken in (... wij inpikken)
ik/jij/u/hij/zij pikte in (... ik inpikte)
wij/zij/jullie pikten in (... wij inpikten)
hij heeft ingepikt
de/het/een ingepikte ....
Synoniemen
afpikken, bestelen, gappen, jatten, pikken, snaaien, stelen, veroveren, wegnemen
Gepubliceerd op 14-11-2017
inpikken
betekenis & definitie