indruk - zelfstandig naamwoord
uitspraak: in-druk
1. uitwerking die een belevenis heeft op gedachten en gevoel
♢ het optreden van Rob de Nijs maakte veel indruk
1. heb je al een indruk van hem?
[kun je hem al een beetje beoordelen?]
2. hij maakte een goede indruk
[men vond hem aardig]
3. we waren erg onder de indruk
[het had ons echt iets gedaan]
4. hij wekte de indruk dat ...
[gaf anderen het idee dat ....]
Zelfstandig naamwoord: in-druk
de indruk
de indrukken
Synoniemen
impressie
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk