hof - zelfstandig naamwoord
1. paleis en huishouding van de koning(in)
♢ aan het hof wordt hier niet over gesproken
1. de hof van Eden
[het paradijs]
2. aangelegde tuin
♢ in deze hof groeit geen onkruid
1. de hof van Eden
[het paradijs]
2. iemand het hof maken
[proberen verkering met haar te krijgen]
Zelfstandig naamwoord: hof
het hof
de hoven
het hofje
Gepubliceerd op 14-11-2017
hof
betekenis & definitie