hijsen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: hij-sen
1. omhoog tillen aan een touw of kabel
♢ de opgebouwde kraan is omhoog gehesen
1. de vlag hijsen
[hem langs de stok omhoog trekken]
2. je in je jas hijsen
[hem aantrekken]
2. veel alcohol drinken
♢ hij zit elke avond in het café te hijsen
Onregelmatig werkwoord: hij-sen
ik hijs
jij/u hijst
hij/zij hijst
wij/zij/jullie hijsen
ik/jij/u/hij/zij hees
wij/zij/jullie hesen
hij heeft gehesen
de/het/een gehesen ....
Synoniemen
takelen
Gepubliceerd op 14-11-2017
hijsen
betekenis & definitie