hijsen
1) (17e eeuw) (inf.) drinken, zuipen. Het WNT citeert G. Ogier (De Seven Hooft-sonden, speelsghewys, vermakelyck ende leersaem voorgestelt. 1682). • Hij is weer aan 't hijschen. Hijschen is een term voor bij groote hoeveelheden zuipen. (A.E. B. Herroem: Bacchus in spreekwoordentaal, aangetoond in eenige honderden spreekwoorden en spreekwoorde...