Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

hameren

betekenis & definitie

hameren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ha-me-ren

1. met een hamer slaan
♢ de timmerlieden hamerden er de hele dag op los
1. het hamert door mijn hoofd
[ik hoor het steeds opnieuw en met veel nadruk]
2. ergens op hameren
[op aandringen, er de nadruk op leggen]

Regelmatig werkwoord: ha-me-ren
ik hamer
jij/u hamert
hij/zij hamert
wij/zij/jullie hameren
ik/jij/u/hij/zij hamerde
wij/zij/jullie hamerden
hij heeft gehamerd
hamerend, hamerende