hameren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ha-me-ren
1. met een hamer slaan
♢ de timmerlieden hamerden er de hele dag op los
1. het hamert door mijn hoofd
[ik hoor het steeds opnieuw en met veel nadruk]
2. ergens op hameren
[op aandringen, er de nadruk op leggen]
Regelmatig werkwoord: ha-me-ren
ik hamer
jij/u hamert
hij/zij hamert
wij/zij/jullie hameren
ik/jij/u/hij/zij hamerde
wij/zij/jullie hamerden
hij heeft gehamerd
hamerend, hamerende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk