grinniken - regelmatig werkwoord
uitspraak: grin-ni-ken
1. zachtjes lachen met je mond dicht
♢ ze begon te grinniken, toen hij de verrassing liet zien
Regelmatig werkwoord: grin-ni-ken
ik grinnik
jij/u grinnikt
hij/zij grinnikt
wij/zij/jullie grinniken
ik/jij/u/hij/zij grinnikte
wij/zij/jullie grinnikten
hij heeft gegrinnikt
grinnikend, grinnikende
Gepubliceerd op 14-11-2017
grinniken
betekenis & definitie