glazuren - regelmatig werkwoord
uitspraak: gla-zu-ren
1. bedekken met glazuur
♢ de gedraaide schaal moet nog geglazuurd worden
Regelmatig werkwoord: gla-zu-ren
ik glazuur
jij/u glazuurt
hij/zij glazuurt
wij/zij/jullie glazuren
ik/jij/u/hij/zij glazuurde
wij/zij/jullie glazuurden
hij heeft geglazuurd
de/het/een geglazuurde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk