glazig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: gla-zig
1. een beetje doorzichtig, zoals glas
♢ de gekookte aardappels waren glazig
1. glazige aardappelen
[doorschijnend en hard]
2. zonder besef van de dingen om je heen
♢ ze keek een beetje glazig uit haar ogen
Bijvoeglijk naamwoord: gla-zig
... is glaziger dan ...
het glazigst
de/het glazige ...
iets glazigs
Synoniemen
glasachtig, wezenloos
Gepubliceerd op 14-11-2017
glazig
betekenis & definitie