gein - zelfstandig naamwoord
1. wat je leuk vindt
♢ wij hebben altijd veel gein samen
1. gein trappen
[plezier maken]
2. voor de gein
[voor de grap]
3. zonder gein
[serieus]
Zelfstandig naamwoord: gein
de geintje
Synoniemen
aardigheid, fun, lol, lust, plezier, pret, schik
Tegenstellingen
leed, smart, verdriet
Gepubliceerd op 14-11-2017
gein
betekenis & definitie