gasmasker - zelfstandig naamwoord
uitspraak: gas-mas-ker
1. gezichtsbescherming tegen giftig gas
♢ de brandweerman deed een gasmasker op toen hij het huis binnenging
Zelfstandig naamwoord: gas-mas-ker
het gasmasker
de gasmaskers
het gasmaskertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
gasmasker
betekenis & definitie