formuleren - regelmatig werkwoord
uitspraak: for-mu-le-ren
1. het onder woorden brengen
♢ dit antwoord is niet goed geformuleerd
Regelmatig werkwoord: for-mu-le-ren
ik formuleer
jij/u formuleert
hij/zij formuleert
wij/zij/jullie formuleren
ik/jij/u/hij/zij formuleerde
wij/zij/jullie formuleerden
hij heeft geformuleerd
de/het/een geformuleerde ....
formulerend, formulerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
formuleren
betekenis & definitie