floepen - regelmatig werkwoord
uitspraak: floe-pen
1. bijna vanzelf snel vooruitschuiven over een glad oppervlak
♢ de zeep floepte uit haar handen
2. plotseling tevoorschijn komen
♢ de boterham floepte uit het broodrooster
Regelmatig werkwoord: floe-pen
ik floep
jij/u floept
hij/zij floept
wij/zij/jullie floepen
ik/jij/u/hij/zij floepte
wij/zij/jullie floepten
hij is gefloept
Synoniemen
ploppen
Gepubliceerd op 14-11-2017
floepen
betekenis & definitie