flemen - regelmatig werkwoord
uitspraak: fle-men
1. overdreven lief tegen iemand doen
♢ je hoeft niet zo te flemen, je krijgt toch niets!
Regelmatig werkwoord: fle-men
ik fleem
jij/u fleemt
hij/zij fleemt
wij/zij/jullie flemen
ik/jij/u/hij/zij fleemde
wij/zij/jullie fleemden
hij heeft gefleemd
flemend, flemende
Synoniemen
flikflooien
Gepubliceerd op 14-11-2017
flemen
betekenis & definitie